Taalontmoeting op de werkvloer

In de gemeente Rotterdam hebben 90.000 mensen moeite met de Nederlandse taal. Niet alleen mensen met een migratieachtergrond, maar ook inwoners die hier geboren en getogen zijn. Meer dan de helft van mensen met onvoldoende taalvaardigheid werkt. Maar loopt risico’s, mist loopbaankansen of kan ook naast het werk niet doen wat zij zouden willen doen. Zoals je kinderen voorlezen.

Taal is een belangrijke werknemersvaardigheid, waar ook bedrijven alle belang bij hebben. Uit eerder onderzoek blijkt bijvoorbeeld ook dat door de taalvaardigheid te versterken de gemiddelde arbeidsproductiviteit van werknemers met circa € 1.000 per jaar toeneemt. Voor bedrijven dus ook een gezonde ‘businesscase’ om daarin te investeren. Het gesprek over taalontwikkeling op de werkvloer komt echter niet automatisch tot stand. De gemeente Rotterdam heeft daarom aan R&J B.V, Ecorys en ons gevraagd om te onderzoeken wat er nodig is om dit gesprek tussen werkgever en werknemer te stimuleren.

Uit de resultaten kwam onder meer naar voren dat behoeften en motieven van werkgever en werknemer deels gelijk lopen en deels niet van elkaar verschillen. Beiden hebben behoefte aan goede taalvaardigheid. Wel verschillen de drijfveren om met taalontwikkeling aan de slag te gaan deels tussen werkgever en werknemer, maar die drijfveren, motieven en belangen versterken elkaar. Althans zouden elkaar moeten versterken, als er maar bewustzijn is van onvoldoende taalvaardigheid op de werkvloer en wat je daaraan kunt doen. Dat bewustzijn en die kennis is er echter in veel gevallen niet.

Op basis van het onderzoek hebben we een aantal aanbevelingen geformuleerd, waaronder:

  • De rol van de direct leidinggevende is cruciaal. Gerichte toerusting van hen is nodig om bewustzijn te creëren en op weg te helpen. Hoe weet je dat het speelt? Wat kun je doen als leidinggevende om het gesprek aan te gaan?
  • Er is veel aanbod van taaltraining in Rotterdam, maar werkgevers en werknemers weten dat vaak niet. Beter inzicht in het Rotterdamse taalaanbod ontzorgt en faciliteert werkgevers en werknemers.
  • Taal moet niet geïsoleerd wordt benaderd. Het hoort gewoon bij de reguliere werknemersvaardigheden, bij de ontwikkeling van werknemers (Leven Lang Ontwikkelen) en bij het bredere HRM- en kwaliteitsbeleid binnen bedrijven. Sluit daarbij aan.
  • Ontwikkel praktische triggers die binnen bedrijven kunnen worden gebruikt om het gesprek op gang te brengen. Bedrijven hebben bijvoorbeeld geadviseerd om een korte film te maken, die het vraagstuk kort en goed – met herkenbare praktijksituaties, rolmodellen, humor en oplossingen – visueel in beeld brengen. Dat bijvoorbeeld laten zien bij personeelsbijeenkomsten, in de kantine of via een link bij interne communicatie is volgens bedrijven een effectieve katalysator voor het gesprek binnen het bedrijf.

Het onderzoek is uitgevoerd op basis van veel gesprekken met bedrijven en werkenden. Daarnaast is literatuuronderzoek uitgevoerd en hebben we experts gesproken. Daarnaast is er een survey gehouden onder 133 Rotterdamse werkgevers, zijn er onder vijf Rotterdamse bedrijven verdiepende casestudies uitgevoerd en hebben we bij zeven bedrijven sparringsessies met werkgevers en werknemers gevoerd.

Het rapport naar het stimuleren van de “taalontmoeting op de werkvloer” kunt u hier lezen en de publiekssamenvatting hier.