Inleiding
In 2020 voerden wij in samenwerking met KWINK groep in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het tweede Inventarisatieonderzoek naar regionale samenwerkingsverbanden van decentrale overheden uit. Ook de nulmeting in 2017 hebben wij uitgevoerd. Wij zijn een adviesbureau voor samenwerking, dus natuurlijk slaan wij graag met de organisaties in ons netwerk de handen ineen om onze opdrachtgevers optimale kwaliteit te kunnen bieden.
Aanpak
De data zijn verzameld met een combinatie van deskresearch en een enquête onder alle decentrale overheden. Daarnaast zijn er interviews gehouden met verschillende ervaringsdeskundigen. Het onderzoek werd begeleid door een begeleidingscommissie met vertegenwoordigers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW). De dataset behorende bij het onderzoek is openbaar toegankelijk via de kennisbank openbaar bestuur.
Het inventariseren van samenwerkingsverbanden draagt bij aan de dialoog over samenwerking tussen overheden. Actuele kennis, data en informatie over de verschillende manieren waarop overheden samenwerken is noodzakelijk om maatwerk te kunnen leveren en afspraken zo goed mogelijk in samenhang en effectief te kunnen uitvoeren.
Resultaat
De verzamelde data bevestigen trends die ook uit de interviews naar voren kwamen en die voor ons als adviesbureau voor samenwerking al enige tijd merkbaar waren:
- Samenwerking is een ‘blijvertje’. Het totale aantal samenwerkingsverbanden is ten opzichte van 2017 toegenomen van 1095 naar 1284. Het gemiddelde aantal deelnemers aan samenwerkingsverbanden is ten opzichte van 2017 nagenoeg gelijk gebleven.
- Iedereen werkt samen. Het gemiddelde aantal samenwerkingsverbanden per decentrale overheid is voor alle typen overheden gestegen. Bij provincies is de grootste stijging ten opzichte van 2017 te zien. Provincies kennen hiermee ook gemiddeld het grootste aantal samenwerkingsverbanden. De meeste samenwerkingsverbanden in Nederland bestaan uitsluitend uit gemeenten.
- Vorm volgt inhoud. De meeste samenwerkingsverbanden zijn vormgegeven als zelfstandige organisatie, maar netwerksamenwerking en minder formele vormen nemen sterk toe. De meest voorkomende aard van samenwerking is het samen uitvoeren van een taak. De meeste samenwerkingsverbanden zijn gericht op (1) het sociaal domein, (2) het fysieke domein inclusief de energie- of arbeidsmarkt en (3) de economie, inclusief participatie (zie hiervoor ook onze thema’s).
Het uitvoeren van onderzoek naar beleidsontwikkelingen zoals in dit geval versterkt onze kennisontwikkeling over samenwerking voor advies- en procesmanagementopdrachten en trainingen die wij geven.