Tien vragen en antwoorden over de wijziging Wgr
Gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen zijn volop aan het verkennen welke impact de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) op hen heeft. Alle gemeenschappelijke regelingen moeten namelijk door de wetswijziging van 1 juli jl. gewijzigd worden. In dit artikel worden dé antwoorden gegeven op de tien meest gestelde vragen over de wijziging van de Wgr.
1. Wat is de reden van de wijziging?
De wetswijzing heeft als doel om de democratische legitimiteit van gemeenschappelijke regelingen en de kaderstellende en controlerende rol van gemeenteraden, provinciale staten en besturen van waterschappen (hierna enkel gemeenteraden) te versterken. In de gewijzigde Wgr worden meer keuzemogelijkheden omtrent de werking van een gemeenschappelijke regeling en de positie van gemeenteraden, inwoners en belanghebbenden gegeven.
2. Moet elke gemeenschappelijke regelingen worden gewijzigd?
Ja, de wijziging heeft betrekking op alle gemeenschappelijke regelingen. Echter zijn niet alle instrumenten uit de gewijzigde Wgr van toepassing op elke regeling. Het instellen van een gemeenschappelijke adviescommissie kan bijvoorbeeld enkel bij een openbaar lichaam.
3. Wanneer treedt de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen in werking?
Per 1 juli 2022.
4. Voor wanneer moeten gemeenschappelijke regelingen uiterlijk worden gewijzigd?
Gemeenschappelijke regelingen hebben twee jaar tijd om de regeling te wijzigen. De wijziging dient dus uiterlijk 1 juli 2024 te zijn doorgevoerd. Er zijn echter een aantal wijzigingen die direct in werking treden, zoals de gewijzigde begrotingstermijnen en de mogelijkheid van gemeenteraden tot het geven van zienswijze over het ontwerp van een gewijzigde regeling.
5. Wat verandert er op gebied van besluitvorming?
De wijziging geeft gemeenteraden de mogelijkheid om op twee extra momenten zienswijze te geven:
- bij het treffen, toetreden, wijzigen en uittreden van een regeling kan een raad zienswijze naar voren brengen bij het betreffende college van burgemeester en wethouders. Hiervoor geldt een termijn van acht weken. Wanneer er volgens een raad te weinig met de zienswijze is gedaan kan een raad ervoor kiezen om geen toestemming te verlenen voor treffen, toetreden, wijzigen en uittreden van een regeling;
- bij voorgenomen besluiten. In de gemeenschappelijke regeling moet worden opgenomen over welke besluiten een raad er vooraf zienswijze gegeven kan worden. Er kan ook worden opgenomen dat raden geen zienswijze in kunnen dienen
6.Wat verandert er aan de termijnen?
Handeling | Uiterste datum voor 1 juli 2022 | Uiterste vanaf 1 juli 2022 |
(Dagelijks) bestuur zendt algemene financiële en beleidsmatige kaders aan raden | 15 april | 30 april |
(Dagelijks) bestuur zendt ontwerpbegroting aan raden | 8 weken voor aanbieding aan het (algemeen) bestuur | 12 weken voor aanbieding aan het (algemeen) bestuur |
Raden kunnen zienswijzen indienen bij het (dagelijks) bestuur | 8 weken na aanbieding door (dagelijks) bestuur | 12 weken na aanbieding door (dagelijks) bestuur |
(Dagelijks) bestuur zendt vastgestelde begroting aan gedeputeerde staten | Binnen 2 weken na vaststelling, maar vóór 1 augustus | Binnen 2 weken na vaststelling, maar vóór 15 |
(Dagelijks) bestuur zendt voorlopige jaarrekening naar gemeenteraden | 15 april | 30 april |
(Dagelijks) bestuur zendt vastgestelde jaarrekening aan gedeputeerde staten | Binnen 2 weken na vaststelling, maar vóór 15 juli | Binnen 2 weken na vaststelling, maar vóór 15 juli |
7. Wat houdt een gemeenschappelijke adviescommissie precies in?
In een openbaar lichaam kan een algemeen bestuur, op verzoek van raden, een gemeenschappelijke adviescommissie instellen. De adviescommissie bestaat uit raadsleden en kan het bestuur adviseren over besluiten, en standpunten van de volksvertegenwoordigers voorbereiden. Het algemeen bestuur is verplicht om een commissie in te stellen wanneer de raden hierom vragen.
8. Hoe kunnen inwoners en belanghebbenden participeren?
In elke gemeenschappelijke regeling moet worden opgenomen op welke wijze inwoners en belanghebbenden kunnen participeren bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid. In de Wgr zijn geen voorwaarden en eisen aan de wijze van participatie opgenomen.
9. Wat verandert er nog meer?
Besturen van gemeenschappelijke regelingen krijgen door de wijziging naast een passieve informatieplicht ook een actieve informatieplicht. In de regeling moet opgenomen worden op welke wijze deze informatie wordt verstrekt. Ook moet er door de wijziging van de Wgr in elke regeling bepalingen opgenomen worden over hoe de samenwerking wordt geëvalueerd en wat de voorwaarden en gevolgen tot uittreding zijn, waaronder het vermogen van de regeling.
10. Hoe kan er regionaal worden samengewerkt om voor alle gemeenschappelijke regelingen in de regio te wijzigen?
Gemeenten werken veelal samen in dezelfde gemeenschappelijke regelingen. Op gebied van proces en ook (gedeeltelijk) op inhoud biedt een regionale aanpak kansen. Er kunnen bijvoorbeeld regionaal gemeenschappelijke uitgangspunten worden bepaald en/of een afwegingskader worden opgesteld. Ook kan er in het proces samen worden opgetrokken met de beleidsmatige, financiële en juridische medewerkers en griffiers van gemeenten en natuurlijk de gemeenteraden. In een regionale aanpak is het wel van belang om voldoende ruimte te hebben voor maatwerk. De keuzemogelijkheden uit de Wgr hebben namelijk verschillend impact op gemeenschappelijke regelingen.
Heeft u een andere vraag of wilt u eens verblijvend sparren? Neem dan contact op met onze adviseurs Maarten Waleboer en/of Lianneke den Toom.